De Centrale Examens worden taliger. Leerlingen die de stof goed beheersen scoren hierdoor soms toch laag. U leert deze examenkandidaten trainen op taal.
Wat moet een leerling van een woord weten om het woord te 'kennen' en hoe kan dit het beste worden aangepakt? Hoe kiest een docent de woorden waar hij aandacht aan wil besteden?
Voor het geven van feedback op teksten zijn allerlei methoden voorhanden, zoals inleverprotocollen, peerfeedback, codesystemen en reviseren. Wat vindt een docent zelf belangrijk bij het beoordelen van teksten? Hoe kun je op school op een eenduideige manier feedback geven en hoe organiseer je dit?
De speelruimte voor grammaticaonderwijs zit vooral in de wisselwerking tussen expliceite kennis (bewust geleerde regels) en impliciete kennis (onbewust verworven). Hoe kan het onderwijs hierop inspelen?
Voor meer informatie of aanmelden kunt u per email contact op nemen; intt@uva.nl